- eerste
- {{eerste}}{{/term}}1 premier 〈v.: première〉♦voorbeelden:1 de eerste vier dagen • les quatre premiers joursop de eerste etage wonen • habiter au premierbij de eerste de beste gelegenheid • à la première occasionin de eerste klas zitten • 〈lager onderwijs〉 être au cours préparatoire; 〈voortgezet onderwijs〉 ±être en sixièmede eerste mei • le premier maiop de eerste pagina • 〈van krant〉 à la uneten eerste • premièrementzij is niet de eerste de beste • ce n'est pas n'importe qui〈sport en spel〉 de eerste zijn • être premier au classementde eerste die aankomt • celui qui arrive le premierWillem de Eerste • Guillaume premier〈sport en spel〉 hij speelt in het eerste • il joue dans la première équipehet eerste wat we zagen was … • la première chose que nous avons vu, était …
Deens-Russisch woordenboek. 2015.